GEEN TAKS SUCCESSIERECHTEN BIJ CERTIFICATIE VAN AANDELEN

Ondernemers die steen voor steen een ondernemingsgroep opbouwen, hebben vaak de wens de hele groep samen te houden. Maar met kinderen en kleinkinderen wordt het een stuk moeilijker om alle neuzen in dezelfde richting te zetten. Vandaar dat juridische technieken worden gezocht om zoiets op te zetten. De aloude commanditaire vennootschap op aandelen is daar een van. Maar met de invoering van de private stichting in ons Belgisch recht wordt een tweede mogelijkheid gecreëerd. Wie daarvoor zal kiezen zal bovendien niet de traditionele "taks tot vergoeding der successierechten" moeten betalen als de constructie fiscaal transparant is.

Heel wat grote familievennootschappen zitten met het probleem van verankering van het beleid. Vader en moeder beginnen als hardwerkende ondernemers een succesverhaal. De kinderen volgen hun op en bouwen de zaak verder uit. In niet weinig gevallen zijn snel ook de kleinkinderen minstens als aandeelhouder betrokken bij de vennootschapsgroep. De vraag die dan onvermijdelijk volgt is hoe je die hele groep aandeelhouders in een eenzelfde richting kan laten varen. Tussen vader en moeder is dat meestal simpel. Met de kinderen gaat dat ook nog. Maar eenmaal de groep aandeelhouders 10 of meer koppen telt, wordt dat alsmaar moeilijker. Vandaar dat die familiegroepen naar methodes zoeken om het beleid van de groep te verankeren. De klassieke techniek die daar tot op vandaag wordt voor gebruikt is de aloude commanditaire vennootschap op aandelen (Comm.VA). Een Comm.VA heeft net dezelfde mogelijkheden als een naamloze vennootschap. Maar de Comm.VA is een vennootschap die wordt aangegaan tussen een of meer hoofdelijk aansprakelijke vennoten, beherende vennoten genoemd, en één of meer stille vennoten die de hoedanigheid hebben van aandeelhouder en die slechts een bepaalde inbreng verbinden. Maar in ruil voor de hoofdelijke aansprakelijkheid van de beherende vennoten krijgen zij als zaakvoerder een veto-recht. Tenzij de statuten anders bepalen, worden handelingen die de belangen van de vennootschap ten opzichte van derden betreffen of die de statuten wijzigen, door de algemene vergadering niet verricht noch bekrachtigd dan met instemming van de zaakvoerders. Het klassieke verhaal is dat de ouders de aandelen van de vennootschapsgroep inbrengen in zo’n Comm.VA en die dan bij handgift schenken aan de kinderen. De ouders zelf zijn dan de beherende vennoten en beschikken over hun veto-recht.

Maar naast de klassieke weg ligt nu ook de mogelijkheid van certificatie van aandelen open. Sinds midden 1998 is binnen het vennootschapsrecht immers de mogelijkheid ingebouwd voor naamloze vennootschappen, commanditaire vennootschappen op aandelen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid voor de aandelen van de vennootschap certificaten uit te geven. Die certificatie moet gebeuren door een rechtspersoon. Diue rechtspersoon noemt men dan het administratiekantoor. In familiecontext zal de rechtspersoon de aandelen verwerven en aan de vroegere aandeelhouders certificaten geven. Het stemrecht op de algemene vergadering van de groepsvennootschappen (vaak de top-holding) zal dan uitgeoefend worden door die rechtspersoon. In de certificeringovereenkomst zullen daar vaak regels rond geformuleerd worden. Zo kunnen sommige aandeelhouders preferente certificaten krijgen die het stemrecht bepalen. De andere certificaathouders erkennen dan de kunde van de personen die de preferente certificaten hebben en kunnen zo de groep zonder al te veel discussie sturen in de juiste richting.

De vraag is nu welke rechtspersoon moet gekozen worden om de certificaten uit te geven. Men zou daar een vennootschap kunnen voor nemen, maar dat is niet aangewezen omdat die vennootschap op zich dan weer vennoten hebben die de controle over de vennootschap hebben. Een vereniging zonder winstoogmerk leidt aan hetzelfde euvel. Een vzw moet immers ook leden hebben. De meest aangewezen vorm is een rechtspersoon zonder leden. Tot op vandaag hebben we dat in dit land niet. Maar intussen keurde de Kamer op 02.05.2002 een wet goed die de "private stichting" in dit land moet invoeren. Die wet is nog niet van kracht omdat nog op uitvoeringsbesluiten wordt gewacht. Een stichting wordt opgericht door een rechtshandeling van een of meer natuurlijke personen of rechtspersonen waarbij een vermogen wordt aangewend ter verwezenlijking van een bepaald belangenloos doel. De stichting mag geen stoffelijk voordeel verschaffen aan de stichters, de bestuurders, of enig ander persoon, behalve, in dit laatste geval, indien dit kadert in de verwezenlijking van het belangenloos doel. Cruciaal is dat de stichting geen leden of vennoten heeft. Met andere woorden: het euvel van de vennoten bij een vennootschap en de leden bij een vzw is opgelost.

Maar een private stichting wordt in de regel wel onderworpen aan een jaarlijkse taks tot vergoeding van de successierechten vanaf 1 januari volgend op de datum van hun oprichting. Die bedraagt 0,17 procent. Hij wordt in principe berekend op het geheel van de bezittingen van de private stichting. Neem aan dat de waarde van de aandelen die de stichting bezit (en waar ze certificaten voor uitgaf) 10.000.000 EUR is, dan bedraagt de taks per jaar 17.000 EUR. Een niet te verwaarlozen bedrag gezien de taks jaarlijks moet betaald worden. Als de waarde van de aandelen stijgt, zal dat bedrag zelf van jaar tot jaar toenemen. Het gebruik van de stichting als vehikel om een administratiekantoor in onder te brengen zou hierdoor een flink nadeel krijgen. Maar geen nood. De wetgever heeft voorzien dat bij certificatie een vrijstelling kan bekomen worden. De taks is niet verschuldigd op de effecten uitgegeven door handelsvennootschappen waarvan de vereniging of stichting als bezitter-emittent wordt aangemerkt krachtens het vennootschapsrecht. Maar enkel op voorwaarde dat de certificaten "fiscaal transparant" zijn. Voor de toepassing van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 wordt de houder van de certificaten, en niet de emittent van die certificaten in ieder opzicht beschouwd als aandeelhouder of vennoot en als rechtstreekse rechthebbende op dividenden en andere uitkeringen en toedelingen, en worden de certificaten gelijkgesteld met de effecten waarop zij betrekking hebben. Maar die regel geldt enkel als de emittent van de certificaten (het administratiekantoor) onmiddellijk en na aftrek van eventuele kosten, aan de houder van certificaten de dividenden betaalbaar, de eventuele opbrengst van de warrant en het overschot na vereffening die eventueel door de vennootschap worden uitgekeerd, alsook alle bedragen die voortkomen uit de vermindering of de aflossing van het kapitaal ter beschikking stelt aan de houder van de certificaten.

Het vennootschapsrecht bevat trouwens een mooie bescherming voor de certificaathouders als het administratiekantoor zijn taak niet naar behoren doet. Niettegenstaande enige andersluidende bepaling kan de houder van certificaten op ieder tijdstip de omwisseling verkrijgen indien de emittent zijn verplichtingen jegens hem niet nakomt of zijn belangen op ernstige wijze worden verwaarloosd. Zelfs bij faillissement van het administratiekantoor of in enig ander geval van samenloop worden de certificaten, niettegenstaande enige andersluidende bepaling, van rechtswege omgewisseld en oefenen de houders van certificaten gezamenlijk hun recht tot terugvordering uit op de algemeenheid van de gecertificeerde effecten van dezelfde categorie uitgegeven door dezelfde vennootschap, die zich in het bezit van de betrokken emittent van certificaten bevinden. Dus ook bij een faillissement van het administratiekantoor kan zich hier geen probleem stellen. De certificaathouders krijgen hun aandelen steevast terug. Het vennootschapsrecht spreekt enkel over "faillissement". In de regel zal een stichting niet failliet kunnen gaan gezien zij geen daden van koophandel stelt. Vraag is of een kennelijke staat van onvermogen in dit verband zoals een faillissement moet beoordeeld worden.

De private stichting zal dus ongetwijfeld een mooi vehikel worden om een Belgisch administratiekantoor in onder te brengen. Vroeger is menig ondernemer daartoe naar Nederland getrokken. Hopelijk komen ze nu weer naar onze contreien.

Jan VERHOEYE, accountant, docent Hogeschool Gent en gastprofessor Universiteit Gent.
Gepubliceerd op 20 september 2002.