OMKADEREND BELEID BIJ FISCALE AMNESTIE

De meest in het oog springende compenserende maatregel die samen met de fiscale amnestie werd ingevoerd, is het geleidelijk optrekken van de minimumbezoldiging die vennootschappen moeten uitbetalen aan één bedrijfsleider om als fiscale KMO beschouwd te kunnen worden. Deze maatregel werd vorige week in deze kolommen toegelicht. Maar daarnaast staat nog een resem maatregelen in de steigers om de strijd tegen de fiscale fraude op te voeren. Zonder die antifraude maatregelen wou de socialistische regeringspartner de fiscale amnestie niet goedkeuren. De minister van Financiën heeft nu een nota rond dit “Omkaderend beleid” uitgewerkt. Een overzicht.

De regering plant een maximaal gebruik van de elektronische uitwisseling binnen de verschillende diensten van de overheid. Door de koppeling van de informaticabestanden van de belastingontvangers met de door de B.T.W. belastingplichtigen teruggevraagde bedragen bij het indienen van hun B.T.W. is al succes geboekt. Elk kwartaal (en in sommige gevallen maandelijks) kan een B.T.W. belastingplichtige B.T.W. terugvragen als zijn aftrekbare B.T.W. groter is dan de verschuldigde B.T.W. of te grote voorschotten zijn betaald. Door dit niet terug te geven als die belastingplichtige nog andere belastingschulden heeft, heeft Financiën al 50 mln. EUR uitgespaard. Ook op het vlak van douane en accijnzen, een zeer door fraude geteisterde tak van het belastingrecht, worden initiatieven genomen. Europa plant een “exise warning system”. Maar dat dossier zit geblokkeerd. Vandaar dat samen met Nederland een “pre arrival” informatienet wordt opgezet. Zo weet de fiscus nog voor de aankomst van de goederen de essentiële kenmerken ervan. De controles kunnen dan gericht gebeuren.

Enig fiscaal dossier

Tussen de rechtbanken van koophandel en de fiscus wordt een automatische gegevensverwerking opgezet. Achterstallige betalingen van B.T.W. en bedrijfsvoorheffing zullen meteen gemeld worden aan de rechtbank. Die zou dan snel kunnen optreden. REYNDERS zegt in zijn nota wel dat Justitie daartoe zijn informatica zal moeten moderniseren. Het is dus nog niet voor meteen. Vermoedelijk de belangrijkste modernisering wordt het “enig dossier” en de “geïntegreerde verwerking van de belasting”. Elke belastingplichtige zal dus één centraal fiscaal dossier hebben dat permanent wordt bijgewerkt. Elke fiscale administratie zal met één druk op de knop een overzicht hebben van alle interne en externe informatie van elke belastingplichtige. Zo zal, volgens de regering, een zeer gerichte selectie kunnen gebeuren van wie moet aan de tand gevoeld worden. Een bangelijk initiatief. Op een paar computerschermen zal dus alle informatie over een belastingplichtige beschikbaar komen. Vraag is of dat geen gevaren inhoudt. Wie zal deze informatie kunnen oproepen? Wat gaat men allemaal op die schermen zetten? We weten intussen dat geen enkel bestand afdoende kan beveiligd worden. Een dief kan in elk huis binnen. Als hij het maar goed voorbereidt en de nodige kennis en ervaring heeft. Met alles wat we vandaag meemaken, kan men niet voorzichtig genoeg zijn. In beveiliging is niet de eerste vraag wat we moeten doen om een bestand af te schermen. Maar wel of we het bestand maken. Moet nu echt voor elke belastingplichtige zo’n bestand gemaakt worden? Bij risicogroepen of bij echt flagrante zondaars kan daar een argumentatie voor gevonden worden. Maar moet dat voor elke Belg? Neem nu eens aan dat een belastingplichtige een tegoed heeft bij de fiscus. Dat staat dan op het bestand. Een gerichte hacker kan dat dan uit het bestand halen en deze informatie “verkopen” aan een schuldeiser die derdenbeslag kan pogen uit te voeren. REYNDERS lijkt zich van het probleem bewust. Vandaar dat een en ander moet getoetst worden aan de wetgeving op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Als elke ambtenaar van Financiën die schermen zomaar kan oproepen, is misbruik niet te vermijden. De geest is gewillig maar het vlees is zwak. Magere troost: de belastingplichtige zal bij invoering van het enig dossier zijn record kunnen opvragen en desnoods correcties laten aanbrengen.

Kwijtschelding belastingen

Een lovenswaardig initiatief is het vergroten van de bevoegdheid van de gewestelijke directeurs voor het sluiten van dadingen met een belastingplichtige. Daarbij zal het Nederlands model worden gevolgd. Belastingschuldigen die niet in staat zijn hun belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te voldoen, zullen clementie krijgen. Het deel dat niet kan betaald worden, zal kunnen kwijtgescholden worden. In Nederland kan dat krachtens art. 26 van de Invorderingswet 1990 (zie ook Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990). De volledige aanslag wordt in Nederland kwijtgescholden als geen vermogen en geen betalingscapaciteit aanwezig is. Heeft de belastingplichtige die kwijtschelding vraagt vermogen of betalingscapaciteit, dan zal dat deel kwijtgescholden worden dat overblijft nadat het vermogen volledig is verkocht en tachtig procent van de betalingscapaciteit is aangewend. Twintig procent mag de belastingplichtige dus houden. Een aantal bezittingen moeten daarbij niet meegeteld worden. Voorbeelden daarvan zijn de inboedel voor zover de waarde niet meer bedraagt dan 2.269 EUR en een auto die een waarde heeft van 2.269 EUR of minder. Een auto die meer waard is wordt niet als vermogen beschouwd indien het voor de Nederlandse ontvanger aannemelijk is dat die auto absoluut onmisbaar is voor de uitoefening van een beroep dan wel absoluut onmisbaar is in verband met een invaliditeit. Met betalingscapaciteit bedoelen de Nederlanders het positieve verschil tussen het gemiddeld per maand te verwachten netto besteedbare inkomen van de belastingschuldige en de gemiddeld per maand te verwachten kosten van bestaan. Bij de kosten mag rekening gehouden worden met de netto woonlasten. Voor ondernemingen bestaat ook een regeling tot kwijtschelding. Maar hier zijn de regels strenger. Steeds moet een substantieel bedrag betaald worden dat ten minste het dubbele percentage bedraagt van hetgeen aan concurrente schuldeisers zal betaald worden. Het bedrag moet daarbij steeds van dezelfde omvang zijn dan dat wat kan verkregen worden door middel van executiemaatregelen. Dergelijke kwijtschelding geschoeid op Nederlandse leest zal dus binnenkort ook kunnen in België. Een goede maatregel. Mensen moeten steeds nieuwe kansen kunnen krijgen.

h2>Fictieve zetels

De fiscale procedure wordt (nog maar eens) hervormd. Op dit ogenblik wordt een lijst met pijnpunten uitgeschreven. Afstemmen van de procedure B.T.W. op die van de directe belastingen is vermoedelijk nodig. De voorbeelden zijn legio. Krachtens het B.T.W. wetboek kan een ambtenaar de boeken en stukken samen met gemaakte informaticakopieën meenemen tegen ontvangstbewijs (art. 61, § 2 W.B.T.W.). Krachtens het wetboek inkomstenbelastingen kan dat niet. Nu de controle van B.T.W. en directe belastingen vaak samen gebeurt, is de vraag wat de wetgever nu wil?

De strijd tegen de fictieve maatschappelijke zetels wordt kennelijk opgedreven. Het is een publiek geheim dat vele vennootschappen vluchten naar Brussel of Antwerpen. Met de vurige hoop de fiscus nooit over de vloer te krijgen. Financiën weet nu al dat 5,7 procent of 14.924 vennootschappen voor de vennootschapsbelasting een ander adres hebben dan inzake B.T.W. Reden is dat de B.T.W. al een aantal jaar kritischer is bij het toekennen van een B.T.W. nummer aan een maatschappelijke zetel. In Brussel is het soms de gewoonte effectief een bezoek te brengen aan de opgegeven zetel om te kijken of het niet louter om een postbusadres gaat. Op basis van de lijst hebben de controlediensten nu opdracht gekregen om die gevallen te bekijken. Als het om een fictief adres gaat, zal het dossier overgemaakt worden aan het controlekantoor van het gebied waar de vennootschap effectief werkt.

Daarnaast zet Financiën verdere stappen met “datamining” met risicoanalyse en zal hij de controles opvoeren in de tabakssector en de sector van de alcoholische dranken.

Fiscale amnestie

Wat de fiscale amnestie betreft, wil de fiscus zijn commentaar aanpassen. Op vandaag is het zo dat de administratie toestaat dat de belastingplichtige, die de door hem bewimpelde inkomsten spontaan aangeeft, belast wordt zonder belastingverhoging (Com.I.B. 1992, 444/8). Deze commentaar zal opgeheven worden vanaf 01.01.2004. Dit is geen toeval. Vanaf die datum zal de eenmalige bevrijdende aangifte mogelijk zijn om fiscale amnestie te krijgen. Die zal 6 of 9 procent kosten op het bedrag dat van op een buitenlandse rekening wordt “gewit”. Dat is duur. Vandaar dat de regering alternatieve pistes die in veel gevallen goedkoper uitvallen, in de kiem wil smoren. In plaats van fiscale amnestie toe te passen, zou een belastingplichtige een spontane regularisatie kunnen doen. Die geeft dan openlijk toe dat hij belasting heeft ontdoken in het verleden. In dat geval eist de fiscus geen boete. Als het kapitaal dat wordt gerepatrieerd wit geld is en dus enkel de opbrengsten niet zijn aangegeven, kost dat de belastingplichtige vandaag hoogstens 3,81 procent aan belasting (zie voor berekening krant 12.07.2003). Vanaf 01.01.2004 zal daar dan een boete bovenop komen van 50 procent gezien de fiscus de tolerantieregel niet meer zal mogen toepassen. Dus loopt de kost op tot 5,71 procent. Wat zeer dicht aansluit bij de 6 procent die als bodemtarief zal gelden bij fiscale amnestie. Die laatste piste lijkt dan aan te raden omdat deze ook vrijstelling van andere sancties zoals strafvervolging garandeert. Maar belangrijker is dat REYNDERS impliciet aangeeft dat het tot 31.12.2003 nog kan aan 3,81 procent! Waarvan akte.

Jan VERHOEYE, accountant, docent Hogeschool Gent en gastprofessor Universiteit Gent.
Gepubliceerd op 10 oktober 2003.