REGERING WIL GEBRUIK SEELING-ARREST VERBIEDEN

Door het Europese Seeling-arrest kan een btw-plichtige een gebouw dat hij bestemt voor zowel privé- als beroepsdoeleinden bouwen onder aftrek van btw. Via een bepaling in de programmawet wil de regering die mogelijkheid uitsluiten.

Als een gebouw wordt opgetrokken om het te verhuren, moeten de latere huurders geen btw op de huur betalen. Daardoor kan de bouwheer de btw die hij moet betalen aan de aannemer, niet compenseren. De bouwheer moet de huurprijzen immers niet verhogen met de btw waardoor de betaalde btw aan de aannemer niet aftrekbaar is.

Maar in het Seeling-arrest oordeelde het Europees Hof van Justitie dat voor een gebouw dat deels voor het beroep en deels privé wordt gebruikt, de btw toch aftrekbaar is voor een btw-plichtige met recht op aftrek.

Stel dat een ondernemer een nieuw gebouw zet voor 100.000 euro, dan moet hij daar normalerwijze 21.000 euro btw op betalen. Volgens het Hof is het loutere privégebruik van een deel van een gebouw dat een btw-plichtige volledig in zijn bedrijf heeft opgenomen, geen verhuur van onroerende goederen. Dus dan moet de gebruiker van het onroerend goed wel btw betalen. Daardoor kan de ondernemer de btw bij het optrekken van een gebouw voor gemengd gebruik wel aftrekbaar stellen en dus terugvorderen van de overheid. Zo kost het gebouw uit het voorbeeld geen 121.000 euro maar slechts 100.000 euro. Daar staat wel tegenover dat het latere gebruik voor privédoeleinden aan de btw onderworpen is tegen het tarief van 21 procent.

De basis voor dit alles is artikel 19 van het Wetboek op de btw (19 § 1, Wetboek btw). Het gebruik van een tot het bedrijf behorend goed voor privédoeleinden wordt gelijkgesteld met een dienst verricht onder bezwarende titel. Hetzelfde geldt voor het gebruik door het personeel of, meer algemeen, voor andere doeleinden dan de economische activiteit van de belastingplichtige. De verschuldigde btw moet dan berekend worden op het bedrag van de gedane uitgaven. Neem aan dat het privégebruik van het gebouw in het voorbeeld 60 procent is. Dan moet de ondernemer de btw op het privédeel of 12.600 euro (60.000 euro x 21 procent), terugbetalen. Hij moet die betaling spreiden in de tijd. Als de gebruiksduur van het gebouw dertig jaar is, dan zal de ondernemer elk jaar één dertigste of 420 euro btw moeten terugbetalen. Het voordeel is uiteraard dat de ondernemer de btw niet meteen moet betalen, maar die kan spreiden in de tijd.

Circulaire

In een circulaire van 31 januari 2005 beperkte de btw-administratie meteen de toepassing van het Seeling-arrest. Volgens de fiscus kunnen alleen natuurlijke personen, btw-plichtigen met recht op aftrek van de gunstige regeling gebruikmaken. De regeling kon dus niet toegepast worden door vennootschappen. Bovendien vindt de fiscus dat de natuurlijke persoon/ondernemer de btw moet terugbetalen over een periode van 15 jaar. Volgens de fiscus is dat immers de geijkte economische levensduur van een gebouw. Een reeks (management-)vennootschappen waren het met deze stelling niet eens. Ze bouwden toch hun villa met bureau en vergaderzaal binnen de vennootschap en vroegen de toepassing van het Seeling-arrrest. Daardoor konden ze de btw betaald aan de aannemer onmiddellijk aftrekken en die pas later, via de betaalde btw voor het privégebruik, mondjesmaat terugbetalen.

De fiscus zag dat met lede ogen aan. Vandaar dat de regering die mogelijkheid voorgoed wil afsluiten. Artikel 19 van het btw-wetboek zal alleen nog kunnen worden toegepast op roerende goederen, niet meer op onroerende.

Jan VERHOEYE, accountant, docent Hogeschool Gent en gastprofessor Universiteit Gent.
Gepubliceerd op 14 november 2006.