DOWNPAYMENT BIJ OPERATIONELE LEASE IS TOEGESTAAN

Leasingovereenkomsten komen in het bedrijfsleven vaak voor. Voor de leasinggever biedt zo'n overeenkomst het voordeel dat hij eigenaar blijft van het verhuurde goed. Gaat de leasingnemer failliet, dan kan de leasinggever zijn goederen gewoon ophalen bij de curator. Ook voor de leasingnemer heeft de formule voordelen. Zo laat leasing soms toe de kosten van een actief sneller in kosten te nemen dan bij een gewone aankoop.

De leasingnemer kan de kosten op verschillende manieren boeken. Hoe, hangt af van de vraag of de overeenkomst nagenoeg alle aan de eigendom verbonden risico's en voordelen overdraagt. Is dat het geval, dan spreken we van een financiële leasing. Zo niet, dan gaat het om een operationele leasing of een gewone huur. Als een vennootschap een financiële leasing afsluit, moet het geleasde goed geactiveerd worden op de balans en komen de kosten in de resultatenrekening via afschrijvingen rekening houdend met de economische levensduur van het goed. Bij een operationele leasing kunnen alle facturen van de leasingmaatschappij meteen in de kosten, ook al worden ze zo niet gelijkmatig over de leasingperiode gespreid of op een kortere periode dan de economische levensduur ten laste genomen. Daarom geniet een operationele leasing vaak de voorkeur.

De vraag is uiteraard wanneer 'nagenoeg alle aan de eigendom verbonden risico's en voordelen' zijn overgedragen. Dat is het geval als de sommen die de leasingnemer betaalt alle kosten van de leasingmaatschappij dekken. Maar als een leasingmaatschappij niet alle kosten factureert gedurende de leasing, gaat het om een operationele leasing of renting. Vaak moet de leasingnemer op het einde van een operationele leasing nog een behoorlijke som betalen als hij het goed wil kopen. Als die eindsom meer is dan 15 procent van de aankoopprijs, mag die boekhoudrechtelijk niet meegeteld worden. Kost een auto 50.000 euro en rekent de leasingmaatschappij gedurende de leasing 40.000 euro hoofdsom met een koopoptie van 10.000 euro, dan gaat het sowieso om een operationele leasing. Die 10.000 euro mag niet meegeteld worden omdat ze hoger ligt dan 15 procent van de 50.000 euro.

Vonnis

Een onlangs gepubliceerd vonnis van de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen behandelt zo'n leasing (Rb. Antwerpen, 20 mei 2005, F.J.F., No. 2007/111). Een vennootschap leasde een Mercedes 500 voor 36 maanden en een Range Rover voor 24 maanden. Het contract voor de Mercedes bepaalde dat de vennootschap de eerste twee maanden 12.500 euro moest betalen en elke volgende maand 1.600 euro. Bij de Range Rover was de eerste maand ook 12.500 euro te betalen, elke volgende maand 1.190 euro. De fiscus vond dat niet kunnen, maar de rechtbank vindt van wel.

Bij een operationele leasing rust het economisch risico bij de leasinggever. Gezien de economische realiteit dat personenwagens het meest in waarde dalen direct na de aankoop, pro- beert de leasinggever dat economisch risico soms te beperken door in het begin een belangrijke vergoeding op te leggen aan de huurder. Aangezien de rechtbank vindt dat het ongetwijfeld vaststaat dat de drie vergoedingen van 12.500 euro door de leasinggever werden opgelegd voor de waardedaling van de personenwagens direct na de aankoop, hebben deze vergoedingen slechts betrekking op de periode waarin ze betaald zijn.

De fiscus trachtte nog de meubelen te redden door erop te wijzen dat de leasing van de Mercedes na amper 8 maanden werd overgenomen door de afgevaardigd bestuurder van de vennootschap. Die van de Range Rover werd na zeven maanden verkocht aan een aandeelhouder. De rechtbank acht het bewezen dat deze vroegtijdige beëindiging te wijten was aan een onverwachte verslechtering van de gezondheidstoestand van een bestuurder.

Jan VERHOEYE, accountant, docent Hogeschool Gent en gastprofessor Universiteit Gent.
Gepubliceerd op 11 september 2007.