VOLGT BELGIË DUITSLAND IN DRASTISCHE VERLAGING VAN VENNOOTSCHAPSBELASTING?

Er lijkt geen einde te komen aan de goednieuwsshow in dit land. Het plan om de personenbelasting te verlagen is nog maar net de deur uit, of het tweede komt er al aan. Ook de vennootschapsbelasting moet dalen. Het tarief zou spectaculair zakken. Maar het moet een nuloperatie worden. Een term die ons vertrouwd in de oren klinkt van toen het nog crisis was. Voor de vennootschappen is er blijkbaar geen ruimte. De regering zal ter compensatie van de tariefdaling snijden in de aftrekposten. Die aankondiging steekt schril af tegen de hervorming van de vennootschapsbelasting die twee maanden geleden werd goedgekeurd in Duitsland.

De premier kondigde aan dat ook de Belgische vennootschapsbelasting flink naar omlaag moet. Maar hij vertelde er meteen bij dat het een nuloperatie moet worden. Dat is geen nieuws. De minister van Financiën gaf die boodschap al mee op de Tijd Fiscaliteit Top begin april 2000. Minister Reynders stelde toen dat de verlaging van de vennootschapsbelasting moet gebeuren in een budgettair neutraal kader. In tegenstelling tot de hervorming in de personenbelasting mag de verlaging van de vennootschapsbelasting dus niets kosten aan de schatkist.
De verlaging van de tarieven moet budgettair gecompenseerd worden door een vermindering van de aftrekmogelijkheden. Een broekzak-vestzakoperatie. Nieuw is wel dat de premier voor het eerst het nieuwe tarief vernoemt. Dat zou rond 30 procent liggen.

Duitsland

Dat de Belgische regering de vennootschapsbelasting wil verlagen, moet gezien worden in Europees perspectief. Ook andere Europese landen werken aan een belastingverlaging. Enige tijd geleden deed Nederland dat al. En begin deze zomer pakte Duitsland uit met een nooit gezien plan om zowel de personen- als vennootschapsbelasting te verlagen.
Die Duitse belastinghervorming tart elke verbeelding. Duitsland staat van oudsher in fiscalibus bekend als een streng land, met hoge belastingen. De wet die de Bundestag op 6 juli 2000 goedkeurde, zal zeker mee het fiscale klimaat in Europa bepalen. Naast een flinke daling van de tarieven, worden nog andere maatregelen genomen, maar vooral de aanpassing van de tarieven is overdonderend.
In de personenbelasting daalt de hoogste belastingvoet in vier etappes van 53 naar 42 procent. Het hoogste barema start pas bij 2.103.801 frank. In België blijft het hoogste tarief - als het plan-Reynders het haalt - steken op 50 procent, vanaf een bedrag van 1.140.000 BEF. De Belgische intenties vergaan in het niets vergeleken bij het huiswerk van de Duitse regering.
In de vennootschapsbelasting is de daling minstens even spectaculair. Het tarief dat nu in Duitsland geldt, is even hoog als bij ons. Maar het daalt vanaf het inkomstenjaar 2001 naar amper 25 procent, dat is min 15 procent. In Duitsland wordt de vennootschapsbelasting dus even hoog (of laag) als het tarief dat we hier hebben voor de roerende voorheffing op dividenden.
Ook het Belgische DBI-stelsel (Definitief Belast Inkomen, waarbij de vennootschap, in tegenstelling tot de kleine belegger, geen roerende voorheffing betaalt bij de aankoop van aandelen) lijkt in vergelijking met het Duitse niet zo uniek meer. In ons land krijgt een belastingplichtige een DBI pas als de vennootschap die de dividenden verkrijgt ten minste 5 procent van de aandelen bezit of een deelneming heeft met een aanschaffingswaarde van ten minste 50 miljoen frank. In Duitsland zullen die voorwaarden niet gelden. Ook kleine beleggers krijgen hun DBI. Bij ons geldt de DBI-vrijstelling maar voor 95 procent. In Duitsland zal ook 5 procent belast worden voor buitenlandse dividenden. Voor de binnenlandse (dus intern Duitse) dividenden zullen de aanwijsbare kosten die gepaard gaan met het aandelenbezit, niet aftrekbaar zijn. Maar voor een kleine belegger zijn die meestal gering. Voor binnenlandse dividenden is de vrijstelling gepland vanaf 2002 (als het boekjaar samenvalt met het kalenderjaar). Dividenden die komen uit het buitenland krijgen die vrijstelling zelfs een jaar vroeger (vanaf 2001).

Meerwaarden

Maar hiermee houdt het Duitse plan niet op. Naast dividenden worden ook zogenaamde capital gains (zeg maar meerwaarden) op aandelen volledig vrijgesteld. Ook deze vrijstelling zou starten vanaf 1 januari 2002 voor meerwaarden behaald met aandelen in binnenlandse vennootschappen. Alhoewel daar nog wat discussie rond bestaat, zou de vrijstelling (net zoals bij de dividenden) een jaar vroeger gelden voor meerwaarden behaald met aandelen van buitenlandse vennootschappen.
Om misbruiken te vermijden, wordt de vrijstelling pas gegeven als de vennootschap die de meerwaarde inroept de aandelen minstens één jaar in bezit had. Logischerwijs zullen waardeverminderingen en minderwaarden op aandelen niet langer fiscaal aftrekbaar zijn.
Deze regeling lijkt sterk op de Belgische, behalve dat wij geen minimum bezitsduur eisen. Belangrijk is in elk geval dat Duitsland dus ook meerwaarden op aandelen zal vrijstellen van vennootschapsbelasting. Dit moet een geruststelling zijn voor menige verontruste Belg. Nu Duitsland dit doet, is het uitgesloten dat België zijn meerwaardevrijstelling zou schrappen. Onze minister van Financiën moet het intussen trouwens beu zijn steeds te moeten herhalen dat hij aan dat principe niet zal raken.

België

Om de tariefdaling tot zowat 30 procent te compenseren, moet er flink gesneden worden in de kosten. Volgens de begroting 1999 bracht de vennootschapsbelasting 318 miljard frank op. Lineair gerekend is 1 procent dus gelijk aan een opbrengst van 8,15 miljard frank. De belasting verlagen met 9 procent (van 39 naar 30 procent) zou dus 73,35 miljard kosten. Er moet dus een flink bedrag gecompenseerd worden.
De regering stelt dit te doen door te snoeien in de aftrekkosten. Dat moeten dan wel erg specifieke kosten zijn, want in de regeringsverklaring De brug naar de eenentwintigste eeuw staat te lezen dat de regering de aftrekbaarheid van bepaalde onbetwistbare kosten geleidelijk zal uitbreiden. Alleen betwistbare kosten komen dus in aanmerking.
Dé vraag is welke dat zijn. Sommigen fluisteren dat het afschaffen van het bijzonder statuut voor de coördinatiecentra een mooie oplossing zou zijn. Want zoals genoegzaam bekend vindt Europees commissielid Monti dat het moet gedaan zijn met het fiscale opbod tussen de lidstaten. Als de coördinatiecentra volgens de algemene regels belast worden, zouden zij 51 miljard frank vennootschapsbelasting betalen. Door hun speciaal statuut betalen zij nu 10 miljard frank. Op die manier zou de kloof voor een goed deel dichtgereden worden. Maar de vraag is uiteraard hoeveel coördinatiecentra dan nog in dit land blijven. Misschien trekken ze dan wel naar Duitsland.

Jan VERHOEYE, accountant, docent Hogeschool Gent en gastprofessor Universiteit Gent.
Gepubliceerd op 15 september 2000.