ÉÉN AANGIFTE VENNOOTSCHAPSBELASTING PER FISCALE GROEP?

Reeds eind 2000 kondigde minister REYNDERS aan een systeem van fiscale consolidatie te zullen invoeren. Tal van geïndustrialiseerde landen hebben er al een. De Europese Unie plant de invoering van een Europese geconsolideerde belastingheffing tegen 2010. Vandaar dat de regering de invoering van een "fiscaal eenheidsstelsel" nu inplant. Dat staat te lezen in de memorie van toelichting bij het voorontwerp hervorming vennootschapsbelasting. Maar in het ontwerp zelf wordt dat nog niet uitgewerkt in wettekst. Dat is voor later.

Vorige week werden de meest opvallende punten in het "Voorontwerp van wet houdende hervorming van de vennootschapsbelasting en ter bevordering van de investeringen" reeds besproken. In de memorie van toelichting bij het voorontwerp worden echter niet enkel de maatregelen besproken die de regering wil invoeren in het bijhorende wetsontwerp. Tevens wordt aangekondigd wat de regering nog zal doen in fiscalibus. De regering wil nog een systeem van "fiscale eenheid" invoeren. Fiscale consolidatie wil een groep van vennootschappen belasten op basis van het geconsolideerd resultaat. Dat zou betekenen dat de individuele vennootschappen binnen de groep niet langer zouden belast worden op basis van het fiscaal resultaat dat elke vennootschap behaalt. Door de groep te belasten op basis van haar geconsolideerde resultaten worden de intragroepverrichtingen geneutraliseerd. De facturen die de vennootschappen onderling maken zullen in een stelsel van fiscale consolidatie niet langer met de loep bekeken worden door de fiscus. Als de groep wordt belast op het groepsresultaat, hebben die onderlinge facturen geen invloed meer op het belastbaar resultaat. De opbrengst die de verstrekker van de factuur maakt, wordt perfect gecompenseerd door de kost bij de ontvanger. Een stelsel van fiscale consolidatie zal tevens een verliesaanrekening binnen een groep rechtsreeks mogelijk maken. De verliezen van sommige vennootschappen zullen rechtstreeks aangerekend worden op de winst binnen andere vennootschappen. De verlieslatende vennootschappen zullen dan niet langer facturen naar de winstgevende vennootschappen moeten sturen om de verliezen aan te wenden in een zelfde belastbaar tijdperk.

De kat werd de bel aangebonden in de Kamercommissie voor de Financiën en de Begroting door Aimé DESIMPEL (zie krant 03.11.2000). Die vroeg aan minister REYNDERS een systeem van fiscale consolidatie in te voeren. De minister antwoordde dat zijn administratie de invoering van een systeem van fiscale consolidatie op dat ogenblik onderzocht. Hij sloot niet uit dat begin 2001 naast een plan tot hervorming van de vennootschapsbelasting, tevens een voorstel zou ingediend worden om te komen tot fiscale consolidatie. Aan het plan voor de hervorming van de vennootschapsbelasting wordt nu een jaar later dan gepland, flink gewerkt. Fiscale consolidatie is blijkbaar nog niet rijp voor een wetsontwerp. Maar de regering schetst nu wel al de algemene contouren van het systeem.

Progressieve invoering

Het stelsel zal niet in één keer ingevoerd worden. Het zal progressief op sporen gezet worden. Belangrijkste reden daarvoor is dat de regering niet weet wat de budgettaire kost van de invoering van zo’n systeem zal zijn. Die kost is volgens de regering niet noodzakelijk hoog. Maar het blijft afwachten. Vandaar dat het stelsel van fiscale consolidatie progressief zal in werking treden gespreid over een periode van vijf jaar. Een groep die opteert voor een stelsel van fiscale consolidatie zal dus vijf jaar moeten wachten alvorens dit stelsel op volle kracht werkt. De voordelen van het systeem zullen dus geleidelijk ingevoerd worden. Zo zullen de verliezen van vorige belastbare tijdperken van de verlieslatende vennootschappen niet in één keer ten laste van de winstgevende vennootschappen kunnen gelegd worden. Dat zal vermoedelijk trapsgewijs gebeuren. Zoniet zou de budgettaire weerslag de eerste jaren wel eens flink kunnen zijn. Het systeem van fiscale consolidatie zal trouwens optioneel zijn. Belgische groepen zullen de keuze hebben al dan niet te opteren voor dit stelsel. Maar kiest een onderneming voor het systeem dan zal ze dat moeten toepassen voor een onopzegbare periode van vijf jaar.

Enkel binnenlandse vennootschappen zullen kunnen deelnemen aan het systeem. De evidentie zelf. België kan de belastbare basis van vennootschappen die hun werkelijke zetel in een ander land (van de Europese Unie) hebben, niet belasten. De Belgische dochtervennootschappen die kunnen worden toegelaten tot de fiscale consolidatiekring, moeten wel minstens voor 95 procent rechtstreeks of onrechtstreeks in bezit zijn van de moederonderneming. Een groep die dus geen 95 procent dochters heeft, zal dus verstoken blijven van het systeem. Heeft een groep wel zo’n dochters, dan zullen al die dochters moeten begrepen worden in de fiscale consolidatie.

Elke vennootschap die deel uitmaakt van de fiscale consolidatiekring zal haar eigen fiscaal resultaat moeten berekenen. De hoofdvennootschap zal vervolgens het fiscaal resultaat van alle entiteiten van de kring moeten verzamelen om het resultaat van de fiscale groep vast te stellen. Op dat resultaat zullen dan de "inter co’s" moeten afgetrokken worden samen met de compenseerbare fiscale verliezen. Het uiteindelijk resultaat zal dan ingekohierd worden ten name van de hoofdvennootschap van de groep. Maar elke vennootschap die deel uitmaakt van de fiscale consolidatiekring zal hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de belastingschuld van de geconsolideerde groep.

Slopen van schotten

De invoering van een "fiscaal eenheidsstelsel" zal voor ons land totaal nieuw zijn. Nu al kondigt de regering antimisbruik bepalingen aan om te vermijden dat de budgettaire kost te hoog zou worden. Groepen zullen enkel naar dat systeem overstappen als ze daar hun voordeel in zien. Ondernemers zullen hun voordeel precies berekenen alvorens de stap te wagen. Het feit dat elke vennootschap in de fiscale consolidatiekring hoofdelijk aansprakelijk zal zijn voor de belastingschuld van de hele groep, zal vermoedelijk tal van ondernemers afschrikken. Als op een vennootschap binnen de groep een fiscale claim valt, zullen de andere vennootschappen en misschien zelfs de hele groep zondermeer in de brokken delen. Op die wijze worden de vaak stalen juridische schotten tussen de verschillende delen van de groep gesloopt. Dat is nu net het laatste wat een ondernemer wil. Vraag is ook of dergelijke regeling geen belemmering zal zijn bij de verkoop van individuele vennootschappen aan een andere groep. Het zou wel eens kunnen dat groepen "spelen" met de grens van 95 procent om een onderneming al dan niet binnen de fiscale consolidatie te betrekken.

Rest de vraag hoe een groep die opteert voor fiscale consolidatie zal gecontroleerd worden. Als die uit een flink pak vennootschappen bestaat verspreid over het hele land, zullen verschillende controlecentra moeten ingeschakeld worden die zullen moeten samenwerken. Bovendien zou het wel eens kunnen dat een flinke groep inspecteurs gedurende een hele tijd aan één groep zullen moeten werken. Wie zal dan de overige vennootschappen controleren? Onze controleurs hebben het einde van hun lijdensweg blijkbaar nog niet in zicht…

Jan VERHOEYE, accountant, docent Hogeschool Gent en gastprofessor Universiteit Gent.
Gepubliceerd op 22 maart 2002.