NIEUW SYSTEEM VAN VOORAFGAANDE BESLISSINGEN

Het ontwerp hervorming vennootschapsbelasting bevat ook een luik dat een nieuw systeem van voorafgaande beslissingen wil instellen. De bespreking van dat ontwerp in de Kamercommissie voor de Financiën en de Begroting moet nog beginnen. Als dit ontwerp wet wordt, zal de belastingplichtige zijn fiscale vragen op voorhand kunnen stellen aan de fiscus. Die moet hem in principe een antwoord geven binnen de drie maand. Dat antwoord kan dan maximaal vijf jaar bindend zijn. Van belang is dat een voorafgaande beslissing enkel kan gevraagd worden voor een bijzondere situatie of verrichting die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad.

Op vandaag bestaat binnen Financiën een informele praktijk van fiscale akkoorden. Schoolvoorbeeld is de vaststelling van de afschrijvingsannuïteiten van investeringen in materiële en immateriële vaste activa of de vaststelling van het beroepsgedeelte van bepaalde kosten waarover de locale controleurs gevraagd wordt om zich uit te spreken, ofwel door een akkoord voorafgaand aan de verrichting, ofwel bij een controle. De centrale diensten van de fiscale administratie hebben eveneens een praktijk ontwikkeld waarbij zij advies uitbrengen over principekwesties of omtrent complexe situaties die hun worden voorgelegd en die betrekking hebben op de toepassing van de bestaande wettelijke en reglementaire bepalingen. Nadeel is dat deze niet-formele akkoorden niet gepubliceerd worden. In de memorie van toelichting geeft de regering dit met zoveel woorden toe. Andere belastingplichtigen en andere administratieve diensten zijn aldus niet op de hoogte van zo’n precedenten en kunnen er zich niet op beroepen.

Huidige formele praktijk

Naast de informele praktijk bestaat ook de formele praktijk van voorafgaande fiscale akkoorden en voorafgaande beslissingen. De eerste soort (in het jargon "rulings") werden ingesteld in 1991 naar aanleiding van de invoering in het wetboek inkomstenbelastingen van het begrip rechtmatige financiële of economische behoeften. In totaal werden zowat 600 rulings afgeleverd door de Commissie voor voorafgaande fiscale akkoorden. Naar de mening van de regering beantwoordt de procedure van voorafgaande fiscale akkoorden niet volledig aan de verwachtingen van de belastingplichtigen in het algemeen en van kandidaat investeerders in het bijzonder. Voornaamste reden zou zijn dat deze mogelijkheid vooral defensief wordt gebruikt. Bij twijfel vraagt de belastingplichtige een ruling. Hij wil zich vooral vrijwaren tegen een administratieve interpretatie van het begrip rechtmatige behoeften of tegen een onrechtmatige juridische kwalificatie die zou indruisen tegen zijn eigen verwachtingen. Wat in het verleden nogal wat tot formalistische beslissingen heeft geleid.

Daarnaast bestaat sinds 1999 ook een systeem van voorafgaande beslissingen. Bedoeling was vooral buitenlandse investeerders formeel duidelijkheid te geven hoe hun investering in ons land fiscaal zou behandeld worden. Sinds 1999 werden al zo’n 100 beslissingen afgeleverd. Vanaf het begin stuitte het koninklijk besluit die de voorafgaande beslissingen instelde op een kritiek van onwettigheid in het advies van de Raad van State. Hieruit volgt volgens de regering een fundamentele juridische onzekerheid, terwijl het desbetreffende besluit in de eerste plaats juist een grotere rechtszekerheid wenst te verlenen aan een aantal verrichtingen.

Om al deze redenen wil de huidige bewindsploeg het over een andere boeg gooien. Belastingplichtige en fiscus moeten volgens de regering in de mate van het mogelijke afstappen van het conflictmodel en voortaan het overlegmodel nastreven. Vandaar dat de voorafgaande beslissingen strikt wettelijk zullen worden geregeld.

Definitie

Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de Federale overheidsdienst Financiën overeenkomstig de van kracht zijnde bepalingen vaststelt hoe de wet wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad. Vraag is uiteraard wat bedoeld wordt met "die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad". De memorie van toelichting zegt hierover dat de voorafgaande beslissing per definitie de fase van de vestiging van de belasting moet voorafgaan. Van zodra de beschouwde verrichting of situatie wordt verwezenlijkt of zich voordoet en de voorwaarden voor de toepassing van de belasting definitief zijn vervuld, is de belasting van toepassing overeenkomstig de van kracht zijnde bepalingen. Eender welke verbintenis van de administratie die aan de belastingplichtige de fiscale gevolgen van de verwezenlijkte verrichting of de vastgestelde verrichting verduidelijkt, is in die omstandigheden volgens de regering van geen belang meer.

De aanvraag tot een voorafgaande beslissing zal een aantal elementen moeten bevatten: (1) de identiteit van de aanvrager en, in voorkomend geval, die van de betrokken partijen en derden, (2) de beschrijving van de activiteiten van de aanvrager, (3) de volledige beschrijving van de bijzondere situatie of verrichting en (4) de verwijzing naar de wettelijke of reglementaire bepalingen op dewelke de beslissing moet slaan. Bovendien legt de regering de verplichting op om bij de aanvraag een volledige kopie te geven van de aanvragen die voor hetzelfde onderwerp werden ingediend bij de fiscale overheden van de EU-lidstaten en van derde staten waarmee België een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting heeft gesloten samen met de beslissingen die door deze andere landen werden genomen. In principe moet de aanvrager een antwoord krijgen binnen de drie maand nadat hij de aanvraag correct heeft ingediend. Maar de wet stelt zelf dat fiscus en belastingplichtige deze termijn in onderlinge overeenstemming kunnen wijzigen.

In drie gevallen kan een voorafgaande beslissing niet gegeven worden. De aanvraag mag geen betrekking hebben op situaties of verrichtingen die identiek zijn aan die welke op fiscaal vlak reeds gevolgen hebben ten name van de aanvrager of op fiscaal vlak het voorwerp uitmaken van een administratief beroep of gerechtelijke handeling tussen de Belgische Staat en de aanvrager. Is het treffen van een voorafgaande beslissing niet aangewezen of zonder uitwerking op grond van de in de aanvraag aangevoerde wettelijke of reglementaire bepalingen, dan zal de fiscus geen voorafgaand akkoord geven. Tot slot kan de administratie zich niet inlaten met aanvragen die betrekking hebben op elke toepassing van een belastingwet betreffende invordering en vervolgingen. Specifiek voor de inkomsten-belastingen zegt het wetsontwerp bijkomend dat een voorafgaand akkoord niet kan als de essentiële elementen van de beschreven verrichting of situatie betrekking hebben op een vluchtland dat niet samenwerkt met de OESO of als de beschreven verrichting of situatie geen economische substantie heeft in België. Wordt een voorafgaande beslissing gegeven, dan kan die maar gegeven worden voor een termijn van maximaal vijf jaar. Eenmaal de voorafgaande beslissing is gegeven, bindt deze de Federale overheidsdienst Financiën voor de toekomst. Op deze regel bestaan een aantal uitzonderingen. Zo is de fiscus niet gebonden als blijkt dat de situatie of de verrichtingen door de aanvrager onvolledig of onjuist zijn omschreven of indien essentiële elementen van de verrichtingen niet werden verwezenlijkt op de door de aanvrager omschreven wijze. Als het gemeenschapsrecht of de wet wijzigt, kan een voorafgaande beslissing die zou indruisen tegen de nieuwe regelgeving uiteraard niet overeind blijven. Bovendien legt het wetsontwerp de aanvragers op mededeling te doen van elke aanvraag en bijhorende beslissing ingediend bij de fiscale overheden van een EU-lidstaat of derde staat waarmee België een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting heeft gesloten, tijdens de periode gedurende dewelke de voorafgaande beslissing wordt toegepast. Mooi is ook dat de voorafgaande beslissingen op anonieme wijze zullen gepubliceerd worden. Zo kan een degelijke databank worden opgebouwd die zowel fiscus als belastingplichtige kunnen helpen.

Wanneer zal de brave belastingplichtige nu van deze nieuwe mogelijkheid gebruik kunnen maken? Eerst moet dit ontwerp uiteraard wet worden. Maar in het wetsontwerp wordt de inwerkingtreding overgelaten aan de Koning (bij een in Ministerraad overlegd besluit). Begrijpelijk vermits deze nieuwe aanpak heel wat energie zal vergen van de administratie. Maar laat ons hopen dat het niet wachten op Godot wordt. Want die kwam nooit opdagen …

Jan VERHOEYE, accountant, docent Hogeschool Gent en gastprofessor Universiteit Gent.
Gepubliceerd op 13 september 2002.