FISCUS HEEFT VOORTAAN EIGEN OMBUDSDIENST

Als de fiscus een aangifte in de directe belastingen wil wijzigen, moet hij daar de betrokkene van op de hoogte brengen. Dat doet hij in de regel via het sturen van een bericht van wijziging van aangifte. Daarin moet de fiscus de redenen opgeven waarom hij meent de aangifte te moeten aanpassen. Binnen een maand na de verzending van dat bericht, een termijn die om wettige redenen kan worden verlengd, kan de belastingplichtige schriftelijk zijn opmerkingen inbrengen. De fiscus zal die dan onderzoeken. Als hij toch besluit te taxeren, moet hij via een brief aan de belastingplichtige laten weten waarom hij geen rekening heeft gehouden met de argumenten van de belastingplichtige.

Die belastingplichtige zal dan een belastingsupplement in zijn bus krijgen. Daar kan hij administratief bezwaar tegen indienen binnen zes maanden vanaf de datum van verzending van het aanslagbiljet. Dat gebeurt door de gewestelijke directeur aan te schrijven en uiteen te zetten waarom de belastingplichtige zich verzet tegen de gevestigde aanslag. De fiscus zal dat bezwaar onderzoeken. Krijgt de belastingplichtige geen gelijk, dan kan hij nog naar de rechterlijke macht stappen. Wat in de praktijk betekent dat hij een voorziening voor de rechtbank van eerste aanleg inleidt.

Bij de duivel te biechten

Met een bezwaarschrift rijst echter het probleem dat een belastingplichtige als het ware bij de duivel te biechten gaat. Soms blijft de fiscus op zijn standpunt staan zodat een compromis moeilijk is. Vandaar dat de vorige regering met haar laatste programmawet een fiscale bemiddelingsdienst heeft opgericht. Dat betekent dat als het bezwaarschrift eenmaal werd ingediend en vóór elke tussenkomst van de rechterlijke macht, de belastingschuldige een aanvraag tot bemiddeling kan indienen bij de fiscale bemiddelingsdienst. Die onderzoekt de aanvragen, in alle objectiviteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid binnen de krijtlijnen van de wet. De dienst moet ernaar streven de standpunten van de partijen te verzoenen en stuurt hun daartoe een bemiddelingsverslag.

De bemiddelingsdienst zal een aanvraag weigeren als de aanvrager duidelijk geen stappen bij de fiscus heeft ondernomen om de standpunten met elkaar te verzoenen. De aanvrager moet dus kunnen aantonen dat hij een poging heeft gedaan om tot een akkoord te komen met de fiscus.

De indiening en het onderzoek van een aanvraag tot bemiddeling hebben geen enkele schorsende of stuitende werking. Dat betekent dat de procedure niet stopgezet kan worden precies omdat een aanvraag tot bemiddeling loopt. Maar in de praktijk ligt het wel in de lijn der verwachtingen dat de directeur even zal wachten met het afwikkelen van het bezwaarschrift tot de bemiddelingsdienst haar werk heeft gedaan.

Schriftelijk en mondeling

De dienst zal ongeveer 25 mensen sterk zijn. In principe worden ze benoemd voor vijf jaar. Iedere belanghebbende kan een aanvraag tot bemiddeling indienen, ofwel schriftelijk per fax of per e-mail, ofwel mondeling tijdens de permanentie gehouden door de dienst. De aanvragen tot bemiddeling maken het voorwerp uit van een ontvangstbewijs uitgereikt aan de aanvrager binnen vijf werkdagen te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag.

Wanneer de bemiddeling mondeling aangevraagd wordt, wordt ze zelfs op papier gezet door de dienst. Binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag deelt de dienst de klager mee of hij de klacht zal behandelen. Tegelijkertijd wordt ook de betrokken fiscale dienst op de hoogte gebracht van de aanvraag tot bemiddeling.

Btw

De bemiddeling is trouwens niet enkel mogelijk voor directe belastingen. Ook voor de btw en in materies betreffende het registratiewetboek en successierechten, evenals bij de invordering van de belasting is voortaan een bemiddeling mogelijk. De nieuwe dienst treedt in werking vanaf 1 november van dit jaar.

Het is een zeer goed initiatief. Het kan ervoor zorgen dat onze rechterlijke macht niet langer geconfronteerd wordt met zaken die via een evenwichtig akkoord tussen partijen kunnen worden opgelost.

Jan VERHOEYE, accountant, docent Hogeschool Gent en gastprofessor Universiteit Gent.
Gepubliceerd op 23 oktober 2007.