NIEUWE WET VERSOEPELT ANTIMISBRUIKBEPALING BIJ FUSIES EN SPLITSINGEN

Het bestuursorgaan van een vennootschap kan samen met de vennoten beslissen een fusie of een splitsing door te voeren. Die operaties kunnen in principe belastingneutraal gebeuren. Neem het voorbeeld van een bestaande vennootschap die haar onroerende goederen wil afsplitsen van haar commerciële activiteit in een nieuw patrimoniumvennootschap. Veronderstel dat het af te splitsen gebouw nog een boekwaarde heeft van 100 euro en een werkelijke waarde van 1.000 euro. Welke ook de techniek is die gekozen wordt, door de splitsing zal de oude vennootschap het gebouw moeten realiseren. Normaal moet de oude vennootschap op de vastgestelde meerwaarde van 900 euro vennootschapsbelasting betalen. Aan het Belgische tarief van 33,99 procent impliceert dat 300 euro belasting. Maar in de Belgische traditie kan die belasting vermeden worden als de splitsingsoperatie beantwoordt aan 'rechtmatige financiële of economische behoeften'. In dat geval wordt de 900 euro niet belast.

heibel

Die voorwaarde heeft sinds de invoering voor heel wat heibel gezorgd. Als de splitsing bijvoorbeeld als motief heeft de vennootschap in twee te delen om elk van de twee kinderen van de pater familias een stuk te geven, stelde de fiscus dat dit geen rechtmatige behoefte was van de vennootschap. Het was daarentegen een behoefte van de vennoten en die komen niet in aanmerking. Het moet een rechtmatige behoefte zijn van de vennootschap. Is de reden van de splitsing het veiligstellen van de intussen afbetaalde onroerende goederen ten opzichte van de risicovolle exploitatie van een handelsonderneming, dan oordeelde de fiscus vaak dat het niet rechtmatig is dat pand te onttrekken aan de schuldeisers van de vennootschap.

Intussen is in de Kamer plenair een nieuwe wet voor fusies, splitsingen, gedeeltelijke splitsingen, inbreng van activa, aandelenruil en zetelverplaatsing goedgekeurd. België zet daarmee een Europese richtlijn om in nationaal recht.

Belangrijk daarbij is dat de klassieke voorwaarde dat de operatie rechtmatige financiële of economische behoeften moet dienen, vervalt ten voordele van de Europese antirechtsmisbruikbepaling. Om belastingvrijstelling te krijgen, mag de verrichting niet als hoofddoel of als een der hoofddoelen belastingfraude of -ontwijking hebben. Wanneer de verrichting niet plaatsvindt op grond van zakelijke overwegingen, zoals een herstructurering, kan dat doen vermoeden dat die verrichting als hoofddoel of een van de hoofddoelen belastingfraude of belastingontwijking heeft, tenzij het tegendeel wordt bewezen.

pater familias

Die aanpassing is betekenisvol. De wettelijke bepaling is nu duidelijk anders geformuleerd. De kans is groot dat een splitsing nu wel kan als die kadert in een familiale opvolgingsproblematiek of als het doel is een stuk van het vermogen veilig te stellen.

Neem ons geval van de pater familias die de vennootschap in twee wil delen om dochter en zoon een stuk te geven zodat het bedrijf kan voortbestaan binnen de familie. In zo goed als alle gevallen zal daarbij geen enkel belastingmotief spelen. Merk trouwens op dat als die motieven niet als 'zakelijke overweging' zouden kunnen doorgaan, de belastingplichtige toch nog kan bewijzen dat het hoofddoel of een der hoofddoelen geen belastingfraude of -ontwijking is. Wat in de gegeven voorbeelden zo goed als zeker het geval is. Dus kan de pater familias met gerust hart de operatie belastingvrij doorvoeren.

Jan VERHOEYE, accountant, docent Hogeschool Gent en gastprofessor Universiteit Gent.
Gepubliceerd op 16 december 2008.