BTW EN BOUW: TWEE HANDEN OP EEN BUIK

De afkorting 'BTW' staat voor belasting over toegevoegde waarde. En die toegevoegde waarde wordt ten gevolge van het begrotingsconclaaf eens te meer duurder.Er was een tijd dat er een maximum tarief bestond van 25 procent. Op dit ogenblik is besloten om het algemeen tarief op te trekken tot 21 procent. We zitten dus amper op 4 procent van wat ooit een speciaal verhoogd tarief werd genoemd. Maar de regering vond het billijk dat een aantal (bescheiden) maatregelen zouden ingebouwd worden voor de bouwsector. Dat de BTW zou verhogen was voor velen een gekend feit. De regering heeft gekozen voor een verhoging van de indirecte belastingen. Aan de directe belastingen wijzigt weinig. Integendeel: zoals hierboven beschreven, daalt één en ander zelfs. Ook de roerende voorheffing kan beschouwd worden als een verhoging van indirecte belastingen. Gezien het liberatoir karakter ervan kan deze voorheffing als een indirecte belasting beschouwd worden.

Oude gebouwen

Sinds geruime tijd bestaat de mogelijkheid om werk in onroerende staat met betrekking tot privé-woningen te factureren door de betrokken geregistreerde aannemer tegen het tarief van 6 procent. Daartoe dient het te gaan om omvorming, renovatie, rehabilitatie, verbetering, herstelling of het onderhoud, met uitsluiting van de reiniging van een woning. Deze woning moet bovendien na de uitvoering van de werken hoofdzakelijk gebruikt worden als privé-woning. De geregistreerde aannemer diende er bovendien voor te zorgen dat hij in bezit was van een attest, ondertekend door de bouwheer, waarin deze verklaart dat de eerste ingebruikneming van zijn woning ten minste 20 jaar voorafgaat aan de in principe eerste factuur die wordt gemaakt in het kader van deze werken.

Dat laatste wijzigt. Het zal voortaan voldoende zijn aan te tonen dat de woning reeds 15 jaar in gebruik is. De regering heeft dus beslist dat de 20 jaar teruggebracht wordt naar 15 jaar. Woningen die voor het eerst in gebruik werden genomen in 1980 zullen vrij binnenkort van deze nieuwe maatregel kunnen profiteren. Gezien betrokken maatregel reeds een permanente maatregel is, ingeschreven in het wetboek BTW (K.B. BTW nr. 20 TABEL A, XVI), is geen einddatum voorzien.

Blijven uitgesloten van dat tarief, en moeten dus voortaan gefactureerd worden aan 21 procent: tuinaanleg en het oprichten van afsluitingen, werken aan zwembaden, sauna's, minigolfbanen, tennisterreinen en dergelijke installaties.

Nieuwbouw

Voor particuliere woningen heeft de regering een mooi cadeau in petto. Indien de woning die gebouwd wordt een maximum oppervlakte van 190 m2 voor woningen, en 100 m 2 voor appartementen niet overschrijdt, zal het BTW-tarief voor de eerste schijf van 2.000.000 frank verminderd worden van 21 procent tot 12 procent. Dit betekent dat betrokken particulier een 'cadeau' krijgt ten belope van 180.000 frank.

Een eerste verduidelijking die zal moeten gegeven worden is uiteraard wat bedoeld wordt met particuliere woningen. Mag een deel daarvan gebruikt worden voor beroepsdoeleinden? Stel dat een BTW-belastingplichtige een winkel bouwt met daar boven een privé-verblijf. De winkel kost 3.000.000 frank, het privé-verblijf 2.000.000 frank. De BTW op de winkel zal hij uiteraard volledig in mindering kunnen brengen. Meer nog: dit zal hem gefactureerd worden onder het stelsel van de medecontractant (art. 20 KB BTW nr. 1).

Maar zal hij dan op het bovenliggend gedeelte van 2.000.000 frank van het tarief van 12 procent kunnen genieten? Deze vraag hangt nauw samen met de omschrijving wat appartement is, en wat een woning is. Alhoewel dit niet onmiddellijk blijkt uit de tekst, ligt het voor de hand dat alleen nieuwbouw wordt beoogd. Daarnaast zal moeten verduidelijkt worden hoe de oppervlakte moet bekeken worden. Heeft men het hier over bebouwde oppervlakte, of heeft men het hier over oppervlakte van de verschillende etages samen? Het lijkt waarschijnlijk dat dit laatste uiteindelijk doorslaggevend zal zijn.

De vraag is ook hoe een en ander zal geregeld worden. Vermoedelijk zal men hier opteren voor de regeling die bestaat bij de facturatie van werken aan 6 procent met betrekking tot gebouw die ten minste 15 jaar in gebruik zijn. De bouwheer zal een attest dienen af te leveren aan de betrokken (geregistreerde) aannemer, waarin hij verklaart dat de aannemer het tarief van 12 procent mag toepassen. Blijkt achteraf dat de bouwheer een en ander foutief heeft toegepast, dan zal de BTW-controleur supplement gaan halen bij de bouwheer zelf, en blijft de aannemer uit de wind.

Inwerkingtreding

Daarnaast kan kort vermeld worden dat het BTW-tarief voor sociale huisvesting wordt verminderd van 12 procent tot 6 procent.

Deze laatste twee maatregelen zullen maar van kracht zijn tot 31.12.1997. Dit betekent dat zij maar voor 2 jaar zullen gelden. Alle maatregelen zullen elijk pas in werking treden vanaf 1.1.1996. Het gaat immers om maatregelen die betrekking hebben op de begroting van het kalenderjaar 1996. Maar bedenk dat een en ander snel kan ingevoerd worden. De koning bepaalt krachtens art. 37,p.1 Wetboek BTW bij een in ministerraad overlegd besluit de tarieven.

Vertrouwen

Hieruit moge blijken dat de regering zeer gericht iets heeft willen doen naar de bouwsector toe. Bovendien vermeldt het document van het begrotingsconclaaf dat de regering zal onderzoeken hoe de administratieve kostprijs van hypothecaire kredieten kan worden verminderd. Daarmee wordt vermoedelijk bedoeld dat de inschrijving van een hypotheek aan een lagere kostprijs moet bekeken worden.

Als de bouw nu echt niet op dreef kan komen, dan zal het toch niet aan twee belangrijke factoren liggen: enerzijds zijn de rentevoeten zeer laag, en anderzijds doet de regering iets naar de BTW-tarieven toe. En dat laatste verdient alle lof. In deze tijden moet het bijzonder zwaar zijn om daarvoor ruimte te zoeken in de begroting.

Maar of de Belg nu meer zal bouwen: Joost mag het weten. Er is nog iets anders dat meespeelt bij een investeringsbeslissing: vertrouwen hebben in de toekomst.

Jan VERHOEYE, accountant, docent Hogeschool Gent en gastprofessor Universiteit Gent.
Gepubliceerd op 5 oktober 1996.