MELDINGSPLICHT BUITENLANDSE VERZEKERINGSCONTRACTEN

Sinds aanslagjaar 1997 moet elke belastingplichtige in zijn aangifte in de personenbelasting vertellen of deze op enigerlei ogenblik tijdens het belastbaar tijdperk een buitenlandse bankrekening had. Volgens het Ontwerp van Wet houdende Diverse Fiscale Bepalingen zal voortaan ook elke belastingplichtige het bestaan moeten vermelden van verzekeringscontracten die in het buitenland zijn afgesloten en waaruit die belastbare inkomsten voortvloeien of kunnen voortvloeien. De 'spontane' meldingsplicht zou dus uitgebreid worden.Door het volmachtenbesluit van 20 december 1996 (BS 31.12.1996) voerde de wetgever de verplichting in om in de jaarlijkse aangifte in de personenbelasting het bestaan van buitenlandse bankrekeningen te vermelden (art. 307, p.1, tweede lid W.I.B. 1992). Is de belastingplichtige, zijn echtgenoot, of de kinderen waarvan de belastingplichtige-ouders het wettelijk genot van de inkomsten hebben, titularis geweest van een rekening bij een in het buitenland gelegen bank-, wissel-, krediet- of spaarinstelling op enigerlei ogenblik tijdens het belastbaar tijdperk, dan moet dit gemeld worden in de aangifte van de personenbelasting.

Het formulier van de aangifte liet bovendien niet toe de rubriek oningevuld te laten. Ofwel dient de rekening en het overeenstemmende land zelf ingevuld te worden, ofwel moet de belastingplichtige expliciet 'nihil' invullen. Zoals menig politicus in die tijd verklaarde, was het de bedoeling stoom op de ketel te zetten om de Belg te verplichten de melding te verrichten. Sommigen hoopten daarbij dat nogal wat Belgen hun geld terug naar het vaderland zouden brengen.

De belastingplichtige die braaf zijn buitenlandse rekening opgaf werd uiteraard snel toebedeeld met een vraag om inlichtingen. De controleur vroeg daarbij naar de rekeninguittreksels van die rekening. En de wet voorziet expliciet dat de belastingplichtige die dan ook moet voorleggen (art. 315, tweede lid, 1 W.I.B. 1992). De belastingplichtige dient deze te bewaren tot het verstrijken van het vijfde jaar volgend op het belastbaar tijdperk (art. 315, laatste lid W.I.B 1992). Alhoewel discussies niet uitgesloten zijn, geldt deze bewaarplicht voor die bescheiden maar ten vroegste vanaf 27 september 1996. Dit is de datum vanaf dewelke het bezit van bankrekeningen moet gemeld worden.

Verzekeringen

Maar het is de bedoeling van de regering de ingeslagen weg verder te bewandelen. Als het ontwerp wet wordt, zal in de jaarlijkse aangifte in de personenbelasting eveneens het bestaan moeten vermeld worden van verzekeringscontracten die in het buitenland zijn afgesloten en waaruit belastbare inkomsten voortvloeien of in enig belastbaar tijdperk kunnen voortvloeien voor de belastingplichtige, voor zijn echtgenoot, alsmede voor de kinderen waarvan de ouders het wettelijk genot van de inkomsten hebben. Ook het land of de landen waar die contracten zijn afgesloten zal moeten opgegeven worden. Bedoeld worden levensverzekeringscontracten, verzekeringen gewaarborgd inkomen, brandverzekeringscontracten met betrekking tot activa die voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt, ....

Logischerwijs zal de belastingplichtige in dergelijk geval de contracten op vraag van de Administratie moeten voorleggen net zoals dat moet bij de boeken en de bescheiden rond de buitenlandse rekeningen. De regering wil, volgens de op stapel staande Memorie van Toelichting, tot een betere kennis komen van de inkomsten die voortvloeien of in de toekomst kunnen voortvloeien uit in het buitenland afgesloten verzekeringscontracten en die aan de bestaande controlemechanismen ontsnappen. Zij haast zich te vermelden dat ook de huidige wettelijke basis toelaat naar dergelijke verzekeringscontracten onderzoek en controle te doen. Maar men wil de 'spontane' melding ervan invoeren.

Belangrijk is dat enkel die verzekeringscontracten moeten aangegeven worden waaruit in België belastbare inkomsten voortvloeien of kunnen voortvloeien. Zijn de uitkeringen niet belastbaar, dan dient het overeenstemmende verzekeringscontract niet aangegeven te worden.

De inwerkingtreding is gepland vanaf het aanslagjaar 1999. De contracten gesloten welke op 1 maart 1998 lopende waren of na die datum zijn afgesloten, zullen moeten gemeld worden. En vermoedelijk zal niet-invullen niet volstaan. Opnieuw laat alles vermoeden dat de Belg 'nihil' zal moeten schrijven als hij of zij de mening is toegedaan dat niets te melden is.

De vraag is waar dit alles zal eindigen. Straks moet elke Belg bij zijn aangifte een lijst voegen van alle buitenlandse bankfilialen die hij met een bezoek vereerde. En hoelang duurt het nog alvorens elke Belg een lijst moet opgeven met alle Belgische bankrekeningen waar hij titularis van is?

Jan VERHOEYE, accountant, docent Hogeschool Gent en gastprofessor Universiteit Gent.
Gepubliceerd op 30 april 1998.